24 april 1999
Een eeuwige nominatie voor Gaasterland; WANDELEN
Het Rijsterbos is al een schoonheid. Majestueus zijn de lanen, vorstelijk de beuken. En in het gevarieerde struikgewas staat plots een ree en registreert roerloos met koele blik de vreemdeling die van dit menselijk stukje natuur loopt te genieten.
Maar buiten het bos, op het klif bij Mirns, overtreft Gaasterland zichzelf. Het is een prachtige dag die zelfs de weermannen verrast heeft: blauwe lucht, tintelend frisse warmte, flauwe wolkjes en een licht dat zicht geeft op eindeloze verten. Het IJsselmeer ligt er bladstil bij, oude zeilschepen drijven als in een fata morgana op het luchtledige - alsof Charley Toorop ze daar magisch realistisch op een doek heeft gezet. De kustlijn van Noord-Holland danst onscherp aan de horizon, maar toch: zo duidelijk zie je de overkant maar zelden.
Dit is Gaasterland op z'n mooist. Die combinatie van bos en klif en gaast en zee.
Hitlijsten en Guinness-records van 'het mooiste plekje van Nederland' zijn niet te maken, maar dit gebied solliciteert wel naar een eeuwige nominatie. Op dit moment, op deze dag, onder deze omstandigheden. De speling van de natuur heeft er ooit voor gezorgd dat enorme gletsjers aan de rol zijn gegaan en hier hoge wallen van keileem hebben gevormd (de zogenoemde gaasten). De zee heeft het er niet bij laten zitten en met repeterende stormen stukken van die wal afgesnoept, waardoor Gaasterland nu een kliffenkust heeft die met een beetje fantasie aan Zuid-Engeland doet denken.
Daar loop je dan over de rand van Frieslands lusthof. Famkes die uit school komen, en beppes die ook aan de kuier zijn, groeten je alsof je bij het landschap hoort. 'Hoi!' is de kreet, meer is daar niet aan toe te voegen. Het is jammer dat het klif en het bos door een weg gescheiden zijn, maar die ontwikkeling is niet te keren. Het zal gelukkig nooit een A2 worden. En de weg heeft brede bermen. Het liefst zou je over de rand willen gluren, die links de zee tegenhoudt. Maar dat mag niet.
De zuidkust van Gaasterland is een natuurmonument en niet het eerste het beste. De plantensoorten zijn zeldzaam: grasklokje, zandblauwtje, geel walstro, Engels (zie je wel!) gras - bij de Friese natuurbescherming It Fryske Gea zijn ze er zuinig mee. Juist die combinatie van bos, weiland en water maakt het gebied zo belangrijk voor trekvogels. Om bij de kust te komen moet je naar het klif van Oudemirdum of van Mirns, waar een paviljoen staat en waar het IJsselmeer zich bloot geeft: zwemmen is alleen weggelegd voor de kleinsten, want de 'zee' is hier honderden meters lang maar kniehoog-diep.
De naam Mirns klinkt als een Schotse whisky, maar ruikt naar beerenburg en gras. Het is stil in Mirns, vooral op de kleine akker rond de klokkenstoel waar de doden zijn bijgesteld. Ongetwijfeld zullen ze eerst zijn rondgedragen, één of meer keren, zoals ook met hun voorouders is gedaan. De stenen staan in het gelid. O heare, jo ha my hifken en jo kenne my. De Vissers, de Kampens, de Tjalmas, de Sikkesen - God kent ze.
Voorbij Mirns (links ligt Bakhuizen, dat altijd aangeduid wordt als het roomse dorp, kiezen we de Hegeburgsterwei, een fietspad dat richting Rijsterbos koerst. De Hogeberg zegt het al: we lopen op niveau, zo'n meter of elf boven NAP. Het uitzicht is zo mogelijk nog fraaier dan beneden bij het klif. Het panorama is breed, de horizon ligt nog verder weg. De zeilschepen dobberen daar nog steeds. Heel even duikt het tafereel op dat zich hier in 1345 op de kust moet hebben afgespeeld, toen Hollanders en Friezen met elkaar slaags raakten en de zee rood kleurde van het bloed.
De gedachte staat in schril contrast met de vrede die het landschap nu uitstraalt, al liepen de gemoederen onlangs nog weer hoog op in deze contreien. De ecologische hoofdstructuur (EHS), de overheidsvisie voor de toekomst van natuur en landschap, heeft de boeren figuurlijk de hooivorken weer doen oppakken. 'Gaasterland is mooi en dat houden we zo' is hun slogan. Aan het Huningspaed in Oudemirdum staat zelfs een EHS-monument, een simpele lijst die is opgesmukt met Friese pompeblaadjes. Als je erdoorheen kijkt, zie je een fraai landschap: 'in de loop der jaren door boeren geschilderd'. Den Haag bedacht dat het anders moest, honen de boeren: 'Een waanzinnige gedachte. Ze meenden dat het mooier en beter zou kunnen.' En weer ging de overwinning naar de Gaasterlanders, net als in 1345.
We lopen het Rijsterbos weer in. Het werd in de zeventiende eeuw aangelegd door de Amsterdamse regent De Wildt (er komt dus wel eens iets goeds uit Holland), die opdracht gaf de heide te ontginnen en bomen te planten. De invloed van de barok is zichtbaar in de lange rechte lanen, dwarspaden, ronde bogen en kruispunten als sinaasappelpartjes. Op sommige plaatsen is de ontginningspraktijk nog te zien in rabatstukken, lange smalle repen grond, die zijn afgebakend door greppels om het regenwater op te vangen. Veel greppels staan nu droog.
De meeste lanen hebben namen: het Freuleleantsje was vroeger de route die de freules van Slot Rijs namen om ongezien door het volk naar het strand te kunnen gaan. De Katteslinger duidt, net als Spokenburg, op spokerij: ooit wilde een jager een kat uit de boom schieten, maar aangekomen bleek het een heks te zijn. Anderhalve eeuw geleden stuitte een bosarbeider op een paar zwerfkeien, die hij - wist ie veel - in stukken hakte en gebruikte om elders een weg te verharden. Kort daarop bleek dat het om een hunebed ging, het enige dat Friesland kende en dat in 1916 nog eens werd onderzocht door de bekende archeoloog Van Giffen. In 1996 volgde een nieuwe opgraving: het was geen hunbed maar een steenkist, een diepe kuil met relatief kleine stenen, zonder ingang en zonder dekstenen. De grafplek was gebouwd door het Trechterbekervolk dat omstreeks 3400 voor Chr. een kleine nederzetting op het hoge zand moet hebben gehad.
Alvorens het bos te verlaten, werpen we nog even een blik op het vredestempeltje, dat opgericht is na de Franse tijd en herhaaldelijk is vernield. 'Laat het dankbaar op u zien, altijd twist en wraakzucht vlien', staat erop. Na zo'n wandeling kun je alleen maar zeggen: zo is het en niet anders.